Wie zijn wij, wie ben ik? Nee, niet denkend aan wie ik was in vorige incarnaties. Eigenlijk doet dat er niet zo toe. Het gaat om wie ik nù ben en wat ik nù doe met mijn leven. Het gaat er vooral om dat ik in de gegeven omstandigheden, dat ik met de gaven die ik heb, ook rekening houdend met mijn zwakheden leef en werk vanuit de toekomst. Niet de toekomst tegemoet ga, dàt gebeurt sowieso wel, Maar leven in en werken met de stroom vanuit de toekomst die ik kan waarnemen. Deze stroom is maagdelijk integenstelling tot het heden en tot wat achter mij ligt. Dàt is beladen met zonde en schuld. Dat kan ontmoedigen misschien. De stroom vanuit de toekomst is rein, is wit, is helder. Wàt of Wie kan ik gewaarworden in die stroom? Hem die is, die was en die zijn zal. Hij was in het Oerbegin. Hij is nù. Hij zal (er) zijn. Zoals Hij sprak : "Ik ben met u, tot aan de voleinding der wereld" "Staat op, laat ons verder gaan".
