Beweging...

 Waar uw schat is daar is uw hart...

De schat kan van alles zijn. Voor iedereen anders waaraan hij/zij gehecht is en bovenop zit.

Meestal denken we in dit verband aan geld, bezit. Dat soort zaken. We kijken naar rijke mensen wat geld en bezit betreft. En we denken dan misschien dat het voor een rijke moeilijk is om het koninkrijk van God binnen te gaan. Misschien denken we met enige opluchting : "Ik heb toch niets".

Wie dieper graaft in zichzelf kan merken dat hij zichzelf voor de gek houdt. Want ook mijn "niet-bezit" kan een schat zijn... En het "veel-bezit" kan zijn als "niet-bezit".

Macht... Oh, oh... Wàt een schat waar ik aan vastgeplakt kan zitten. Macht over anderen waar heel vaak manipuleren bij komt kijken. Macht corrumpeert. En heel veel beroepen brengen dit gevaar met zich mee. 





 






Een goede positie ..We geven een goede positie maar heel moeilijk op. En geven we het op dan moet daar wel een hele flinke, vette bonus tegenover staan. Vervolgens, wanneer ik niet uitkijk loop ik te koop met mijn "eenvoudiger" leven.

Tegenover dit alles kan denk ik alleen maar de ware nederigheid een juiste reactie zijn. Nederigheid is niet iets van monniken.

Nederigheid is net als het geweten een zaak van het hart. Praten over hoe nederig ik ben, of het zo denken over mijzelf kan niet. Op dàt moment ben ik beland in het tegenovergestelde.. De hoogmoed.

Wanneer ik gewild naar buiten toe vroom of sober of eenvoudig wil lijken ben ik het al niet meer. Integendeel.

Wanneer we zaken die in het hart gewikt en gewogen moeten worden naar buiten brengen voortijdig, dat is als een ontkiemend zaad geweld aandoen. Onherstelbaar beschadigd. Nutteloos geworden. 

Meer en meer wordt van belang dat ik in mijzelf de afwegingen maak vóór ik tot iets besluit. Niemand anders kan dat voor mij doen, màg dat voor mij doen. 

.Wie dàt leert dùrven kan zichzelf ontdekken. Dat gebeurt niet waneer ik leun en steun op de over-en afwegingen van een ander. Wanneer ik een atleet zie trainen heb ik daar zelf niet veel aan. Ik moet, ik moest zèlf in de startblokken en trainen om de marathon te kunnen gaan lopen. Ik moet zèlf gaan leren roeien om de tocht te kunnen volbrengen over het meer.

Angst, gemakzucht zijn boosdoeners. Moed èn ijver zijn hier nodig... En nog véél meer. 

Reacties