Geduld.

 


Je mag het lot dankbaar zijn wanneer je min of meer gedwongen wordt langdurig geduld te oefenen. 

Het is iets anders dan berusting. Het is niet een je neerleggen bij een onmogelijke zo niet onmenselijke situatie waarin je verkeerd. 

Geduld leer je doordat de ervaring je heeft geleerd wat ongeduld je oplevert. Niets meestal. Je trekt iets "naar voren", je forceert iets wat nog niet aan de orde is. 

Bijvoorbeeld ongeduld naar je medemens toe wordt gewoonlijk snel afgestraft. In feite probeer ik mijn wil op te leggen aan de ander. Ik weet wat nodig en goed voor hem/haar is. Dat ik dat helemaal niet kàn weten besef ik niet. Maar mijn ongeduld wil het liefst snelle resultaten zien zoals ik die in mijn hoofd heb.

Bij meditatie precies hetzelfde. Geduldig "mijn ding" doen is ingewikkeld.  Mijn hoofd zit vol bedachte verwachtingen. Het moet me iets "opleveren" en als het kan snel. Vaak wordt er nog verder gefantaseerd. Alsof we de "geestelijke wereld" in onze broekzak hebben.

*

Het tegenovergestelde van geduld is misschien onbescheidenheid en drammerigheid.  

Berusting en me neerleggen bij hoe het nú is zou apathie kunnen betekenen.  Ik "doe mijn ding niet" (meer). Het is Gods wil. Zoiets. 

*

Misschien is Gods wil meer dat ik ijverig en geduldig "mijn ding" doe dag na dag zonder te proberen God mijn wil op te leggen. Niet afwachten met de handen in de schoot maar ook niets forceren of proberen te versnellen. Niet met een kop vol fantasieën hoe het moet worden of gaan.


Geduld is een schone zaak!

Reacties