Het "boze ter harte nemen".

 Mijn "vijand" kan ik het liefst naar "de hel" wensen. 

Mijn "vijand" kan ik veroordelen.

Mijn "vijand" kan ik negeren.

En ik kan het "gifstokje" doorgeven.

Een "gifstokje" misschien wel door mijn "vijand" gemaakt.

*

Waar ik eerder schreef dat deze estafetteloop ergens moet stoppen en dat dit bij ieder van ons kan zijn - het is een bewuste keuze - en ga nu misschien een stapje verder. 

*

Ook een stap misschien als antwoord op de "geestelijke wapenrusting ".

*

Al het bovenstaande kan ik doen wanneer ik in een ander het werkelijk boze ontmoet, het demonische.

Het "stokje" aannemen of niet.

Of mijzelf  "rein" willen houden door me af te schermen , een "harnas" aan te trekken. Ik houd het "boze" op afstand-dènk ik. Maar hoe  "zichtbaar" zijn we juist dàn voor "de vijand" en hoe vooral innerlijk, uiterst kwetsbaar.

*

Er is een àndere weg. Vanmorgen werd ik wakker en "dacht" : het gaat erom het boze , het kwaad "ter harte" te nemen. Het werkelijk te ontvangen in het hart.

Dat is iets geheel ànders dan met het hoofd oordelen, veroordelen. Het is niet proberen met het hoofd te begrijpen of te "psychologiseren". Dàt is het allemaal niet. Dit zal mijn " vijand" slechts verharden maar ook mijzelf!!!

*

Het "boze" ter harte nemen is het "zien èn erkennen". 

Je "vijand" kan je treiteren, tergen en tot wanhoop en woede brengen. Maar waar ik eerder schreef dat  een "kristal" ontstaat onder grote druk kan déze druk in mijzelf -de wanhoop, de woede- maken dat ik innerlijk weerbaarder word. 

Ik kan zèlf deel worden van het "boze" en mijn wanhoop en woede de vrije loop laten.

Maar het besef dat ook ik dan een "gevangene" ben en onvrij, kan maken dat ik in mijzelf een proces van "zuivering" , van loutering doormaak. Het "kristal" in mij wordt geleidelijk nog sterker, nog stralender.

*

Niet een "gevangenneming" maar het vinden van vrijheid door "het boze ter harte" te nemen waardoor het in het hart, in mij een verandering kan ondergaan en bevrijding vinden.

Twee gevolgen heeft dit dan dus uiteindelijk. De bevrijding van het boze en ik zèlf kan steeds meer worden als een licht, de stralende kristal in mij.

Het 

"Bitter in de mond maakt het hart gezond".

Dìt vertrouwen en déze weg gaan is misschien de bede uit het Onze Vader:

" Leid ons niet in verzoeking maar verlos ons van het boze".

Dat kan niet door af te wachten met de handen in de schoot biddend om "verlossing". 

Het vraagt om onze volledige en  vooral bewuste inzet, overgave, vertrouwen dat dìt het "strijden van de goede strijd" is.

"Ik heb de goede strijd gestreden. Ik heb mijn loop ten einde gebracht, ik heb het geloof behouden".

2 Timotheus 4.


***

Reacties