Het Onze Vader.




"Leid ons niet in verzoeking 

maar

verlos ons van het boze".

*

Het voegwoord "maar" geeft aan dat de verzoekingen samenhangen met 

"het boze".

*

Maar we zouden een onderscheid moeten maken denk ik tussen "verzoekingen" waar ik kan intrappen en zondig en de vernietigende kracht van 

"het boze".

*

Verzoekingen daar vragen wij om  "wakkerheid". Laat ik wakker zijn wanneer een verzoeking op mijn pad komt. Laat ik niet "in de val trappen". Het is niet de vraag: laten er alsjeblieft geen verzoekingen op mijn pad komen. Nee, die verzoekingen hebben we nodig.

*

Het "boze" is iets van geheel àndere orde. We zien het overal om ons heen maar hebben zèlf (nog) niet de kracht daar iets tegenover te stellen zoals bij de verzoekingen. 

Dáár is het van belang onze te zwakke krachten tegenover déze macht te (h)erkennen. 

Wat we bij de verzoekingen niet vroegen is hier wél op z'n plaats voorlopig.

Misschien kan ik het zo denken: De eigen verzoekingen bereiden voor op een nog heviger strijd met "het boze". Zij maken mij innerlijk wakker en dáárdoor weerbaarder en sterker.

Maar voor nú:

"Verlos ons van het boze".






Reacties