Een Omhelzing 2

Eerder schreef ik over de moed niet ons heil te zoeken in schijnzekerheden van al wat vergankelijk is. En is dat niet àlles wat zintuiglijk waar te nemen is? Met onze handen te betasten? Met ogen te zien, met oren te horen. Te ruiken met de neus, te proeven op de tong. Alles wat we eten? 


Is dat dan allemaal verkeerd? Nee helemaal niet. Het probleem is dat we vaak mateloos zijn. Altijd méér, altijd groter, altijd beter. Door de reclame waarmee we letterlijk doodgegooid worden hevig aangewakkerd en gestimuleerd. Een bombardement van reclamespotjes op TV. Ook met alleen radio kan je er bijna niet omheen als je even het Nieuws wilt horen.

Ga je even naar de Supermarkt breek je je nek over vooral kratten bier. Of ligt dat aan mij dat het me opvalt èn ergert? Zeker ook. Tegelijk zegt het ook veel over de opdringerigheid hiervan.

Maar natuurlijk gezond voedsel hebben we nodig. Een huis(je) waar we ons veilig voelen. Te koud moeten we het niet hebben. 

Nu kan ik doorzeuren over waar dan de grens ligt tussen wat nodig is en waar ik die grens overschrijd. Daar kan ik ook alleen maar voor mijzelf de keuzes maken. En hierin hoef ik niet persé Franciscus te volgen. 

Het gaat me nù om nog iets geheel anders. Maar het hangt er ook wel mee samen. Franciscus begon zijn weg met uiterlijke zaken. Hij kreeg de opdracht de kerk op te bouwen. Nu, dat nam hij heel letterlijk. En hij begon met zijn kleren uit te trekken. Hij dééd en hij liet dingen. Vasten was ook zo iets. En preken... Handen uit de mouwen... Werk aan de winkel. Enthousiast, onvermoeibaar en vast en zeker héél creatief. Altijd weer nieuwe ideeën waar hij iets mee moest..... En anderen "gek" maakte. 

Toch bevredigde dat hem niet en ook ons zal dat niet brengen naar dat waar we naar op zoek zijn. Het brengt zelfs gevaren met zich mee.

 Franciscus viel op. Van nature vond hij dat wel leuk. Niet erg hoor als je zo jong bent! Misschien zelfs wel een beetje nodig. Toen hij zo zijn merkwaardige weg ging van kleren uittrekken in het openbaar om zijn vader aan het verstand te brengen dat hij vanaf dat moment nog maar één  Vader erkende, de Hemelse Vader. Oei, oei. 
Hij ging een kerkje opknappen. Nou ja lees zelf maar de verhalen over hem....

Wat was daar nu gevaarlijk aan. De roddel en achterklap?? Toch niet ècht. Het gevaar kwam niet van buiten maar van binnen. En o ja zullen sommige ogenblikkelijk denken, dàt is zo. 

De hoogmoed, de trots. Zie mij eens. Wanneer ik in het uiterlijk leven iets bijzonders presteer, opval dan krijg ik of tegenwerking of een soort "verering".... Totdat ook dat weer een keer omslaat...Dat is nog allemaal "de wereld". Of het nu goede werken zijn of niet. 

Maar het is het nog niet!! Het is allemaal vergankelijk óók eer en roem. Ga ik dood dan is dat alles ook verdwenen. Lijken vereren we niet. Ja, relieken... Maar dat is óók weer uiterlijk.... Het lijkt vroom maar.... Nu ja... 

Ik wil nog verder. Die hoogmoed zal wel. Wààr is misschien wel dat het de ingewikkeldste "zonde" is. Het kan dat door de hoogmoed alle andere zonden de kans krijgen te ontstaan, ruimte krijgen of zo. Hoogmoed baart van alles!! Mmmmm. 

En toch haakt het bij mij. Wàt haakt er?? Waarom legden veel  oude kerkvaders altijd zo de nadruk op zonden, de 7 hoofdzonden en dan de hoogmoed.... Berg je maar!  Tot op vandaag. En niet onterecht. Maar waarom hààkt het??? Bij mij?? 

Misschien omdat wanneer ik daarover spreek het meestal over een ander gaat. Het merkwaardige is met nederigheid dat op het moment dat ik mijzelf nederig vind, wanneer ik pontificaal 🤣 mijn nederigheid ten toon spreid... Op dàt moment ben ik terechtgekomen in een gigantische hoogmoed. 

Wanneer je jezelf wijs maakt, al is het stiekem voor de veiligheid, dat je toch wel echt nederig bent... Of je hebt een "melaatse gekust" en je zit daarna handenwrijvend op je paard in een soort overwinningsroes.. Je hebt jezelf overwonnen...... dènk je!! Met je hoofd in de wolken..... 

Alleen een ander kan zeggen dat iemand nederig is. Nóóit de "nederige" zelf. Die zal het niet eens dènken!! Is daar ook helemaal niet mee bezig. 

Wanneer ik mijn hoogmoed eerlijk onder ogen zie dàn ben ik niet meteen nederig. Dat is een lange, lange weg te gaan. Wanneer ik dènk nederig te zijn zit ik wèl gelijk in het tegenovergestelde. 

Nederigheid kan je ook niet erkennen, niet biechten zèlfs. "Vader ik geef toe dat ik nederig ben. Vergeef me". Knettergek toch?? De priester zal toch wel wat bezorgd zijn bij zo'n biecht. 

Hoogmoed,trots, overwinningsroes... Dàt is nu weer iets waar ik de enige ben die dat over mijzelf kan zeggen. Een ander hoort hier te zwijgen. 

Laten we bij onze "goede werken", innerlijke of uiterlijke maar niet hopen op bewondering. Hoop, verwachting iets in die richting wijst al op hoogmoed.

De Michaëlstijd is voor mij een mooie tijd om juist hiermee bezig te zijn. De herfst treedt in. De bladeren verdorren en vallen op de grond om daarin weer opgenomen te worden. De bomen zijn kaal. Een soort skelet als zijn de nieuwe knoppen alweer aanwezig. Tijd om zèlf wat "herfstig" te worden. Het oude heeft gedaan wat het moest doen. Dat kan ik rustig aan de aarde teruggeven met een warm "dankjewel". En daar sta je dan. Naakt als een Heilige Franciscus. Ontdaan van zijn oude plunje en ferm sprekend midden op het plein, open en bloot : "Ik erken maar één Vader. De Hemelse Vader". 

Zo kan ik leren mèt Michaël niet meer te vertrouwen op de "afgoden". Zij hebben hun taak vervuld. En als  verdorde bladeren van de boom kan ik ze met een "dankjewel" stil laten vallen. 
Nieuw leven is reeds aanwezig maar eerst moeten we kaal en wel de strijd nog aan....Tot het Kerstkind geboren kan worden. Die vooruitblik geeft moed en vertrouwen in de komende strijd. 

Het oude is voorbij, het nieuwe kan geleidelijk tot verschijning komen!




Reacties